De stad werd bewoond vanaf de oudheid, zoals blijkt uit de overblijfselen van een Gallo-Romeinse villa die op het kerkplein zijn ontdekt.
Tussen de Middeleeuwen en de Franse Revolutie was Grézillac verbonden aan de baronie en het markiezaat van Curton.
Het dorp dankt een deel van zijn vroegere welvaart aan de exploitatie van kalksteengroeven. Momenteel is het de wijnbouw die de stad domineert.
De kerk van Grézillac, gewijd aan de Notre-Dame, heeft een vierkante klokkentoren in Romaanse stijl, daterend uit de XNUMXe eeuw (die ooit werd versterkt). Onder deze klokkentoren bevindt zich een prachtige koepel, eveneens uit de Romaanse periode.
Aan de voet van de kerk is er ook een opmerkelijk altaar van de Maagd, bestaande uit gecanneleerde zuilen (bekroond door kapitelen in Korinthische stijl).